| Hoofdstuk 4 |
|
Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en leringen der duivelen, |
|
Door geveinsdheid der leugensprekers, hebbende hun eigen geweten als met een brandijzer toegeschroeid; |
|
Verbiedende te huwelijken, gebiedende van spijzen te onthouden, die God geschapen heeft, tot nuttiging met dankzegging, voor de gelovigen, en die de waarheidhebben bekend. |
|
Want alle schepsel Gods is goed, en er is niets verwerpelijk, met dankzegging genomen zijnde; |
|
Want het wordt geheiligd door het Woord van God, en door het gebed. |
|
Als gij deze dingen den broederen voorstelt, zo zult gij een goed dienaar van Jezus Christus zijn, opgevoed in de woorden des geloofs en der goede leer, welke gijachtervolgd hebt. |
|
Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen uzelven tot godzaligheid. |
|
Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut; maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens. |
|
Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig. |
|
Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, omdat wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een Behouder is aller mensen, maar allermeest dergelovigen. |
|
Beveel deze dingen, en leer ze. |
|
Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid. |
|
Houd aan in het lezen, in het vermanen, in het leren, totdat ik kome. |
|
Verzuim de gave niet, die in u is, die u gegeven is door de profetie, met oplegging der handen des ouderlingschaps. |
|
Bedenk deze dingen, wees hierin bezig, opdat uw toenemen openbaar zij in alles. |
|
Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, en die u horen. |